Hardlopen met je hond: een sportief team
Samen sporten is leuk én gezond. Hardlopen met je hond zorgt voor beweging, versterkt jullie band en is een mooie kans om spelenderwijs gehoorzaamheid te trainen. Maar niet elke hond is er meteen klaar voor. Wil je een vliegende start maken? Lees dan eerst deze tips.
Is je hond geschikt om mee te hardlopen?
Voor je samen aan het joggen slaat, check je of je hond daar fysiek klaar voor is. Is hij al volgroeid? De botten en pezen van jonge honden zijn nog in ontwikkeling. Afhankelijk van het ras is je hond tussen de 7 en 24 maanden volwassen. Voor die tijd is hardlopen niet aan te raden.
Ook oudere honden zijn soms minder geschikt. Twijfel je? Vraag je dierenarts of jouw hond fysiek in staat is om mee te rennen. Niet elk ras is er trouwens even geschikt voor. Jacht- en werkhonden kunnen het meestal goed aan, terwijl grote, zware, kortbenige of kortsnuitige rassen minder geschikt zijn. En vergeet niet: ook het karakter telt. Sommige honden houden nu eenmaal niet van rennen.
De juiste uitrusting
Wil je ontspannen joggen met je hond? Kies dan voor een speciale joggingriem met elastisch tussenstuk. Zo heb je je handen vrij en voelt je hond geen abrupte ruk bij een plots tempoverschil. Een comfortabel joggingharnas helpt ook. Het verdeelt de druk beter en voorkomt schuren. Met vaste uitrusting leert je hond bovendien: dit is het teken dat we gaan hardlopen!
Rustig opbouwen
Net als jij moet je hond conditie opbouwen. Start met korte stukjes in wandeltempo. Voeg daarna stukjes joggen toe en wissel dat weer af met rustig wandelen. Zo leert je hond omgaan met verschillende snelheden en ritmes.
Laat je hond het tempo bepalen. Een gelijkmatige draf is voor hem het prettigst – niet te snel, niet te langzaam. Valt je hond vaak terug in galop? Dan ga je waarschijnlijk te hard.
Gebruik duidelijke commando’s bij het wisselen van tempo. Dat voorkomt verwarring en helpt je hond om zich makkelijker aan te passen.
Eerste hardloopsessie? Kies het juiste moment
De ideale omstandigheden voor een eerste training? Een rustige plek, zachte ondergrond en een temperatuur tussen de 10 en 15 graden. Laat je hond vooraf even wandelen, snuffelen en zijn behoefte doen. Zo begint hij ontspannen aan de training.
Een trainingsschema op maat
Begin klein. Eén minuut hardlopen, één minuut wandelen – en herhaal dit een paar keer. Train twee tot drie keer per week en breid geleidelijk uit. Las onderweg korte pauzes in, zodat je hond op adem kan komen, kan snuffelen en even zijn eigen ding kan doen.
Na een trainingsdag is rust net zo belangrijk. Geef je hond voldoende tijd om te herstellen.
Blijf het vooral leuk maken
Het allerbelangrijkste? Dat jullie er allebei plezier in hebben. Jij past je aan je hond aan, niet andersom. Let goed op zijn signalen. Hijgt hij veel? Wordt hij sloom? Stop dan op tijd. Sommige honden blijven rennen om je een plezier te doen – ook als ze niet meer kunnen.
Zorg onderweg voor water en beloon je hond geregeld. Na een lange run last van spierpijn? Je merkt het als je hond stijf loopt of moeilijk opstaat. Geef hem dan een rustige hersteldag – en misschien een fijne massage. Daarna zijn jullie weer klaar voor de volgende ronde. Veel plezier samen!