VITA Lexicon
Ingrediënten, voedingsstoffen en additieven
VITA Lexicon
Ingrediënten, voedingsstoffen en additieven - leer ons dierenvoer kennen
- Aardperen
- Ook wel aardpeer of aardappel genoemd. Een knol uit het Zuid-Amerikaanse thuisland van de cavia, die waardevolle inuline levert voor een optimale spijsvertering. De knollen hebben een zeer dunne, niet-kurkachtige schil waar het vruchtvlees doorheen kan.
- Algobiotine
- Combinatie van algen en biotine. Algen zijn rijk aan vitale stoffen en bevatten jodium, terwijl biotine een vitamine is die bekend staat om zijn positieve effect op huid en haar/pels.
- Alleseter
- Ook: omnivoor. Term die in de zoölogie wordt gebruikt om het voedingspatroon te beschrijven van dieren waarvan het voedsel bestaat uit plantaardige en dierlijke componenten.
- Aloë Vera
- Plant uit de tropen en subtropen, ook wel bekend als woestijnlelie. De extracten die worden verkregen uit de binnenkant van de bladeren van de plant (aloë vera gel) zijn rijk aan voedingsstoffen en bevatten zogenaamde acemannanen, die een positief effect
- Amarant
- Vossenstaart plant. De zaden van de tuinvossenstaart lijken op gierst en worden op dezelfde manier gebruikt als granen. Amaranth is echter glutenvrij en heeft ook een hoger proteïne- en mineralengehalte dan granen.
- Ambrosia
- Het plantengeslacht Ambrosia (ambrosia) omvat enkele tientallen soorten, waarvan er één - Ambrosia artemisiifolia - als bijzonder agressief wordt beschouwd en ernstige allergieën kan veroorzaken.
- Aminozuur
- Eiwitten bestaan uit aminozuren. Deze zijn onder andere belangrijk voor een gezonde groei, celregeneratie en metabolische controle.
- Ammoniak
- Chemische verbinding van stikstof en waterstof = NH3. De scherp ruikende cytotoxine wordt geproduceerd tijdens de afbraak van eiwitten in het lichaam.
- Antioxidanten
- Oxidatieremmers. Ze beschermen voedsel of diervoeder tegen de schadelijke effecten van zuurstof.
- Artemia
- Prehistorische schaaldieren gebruikt als voedsel voor siervissen.
- Artrose
- Chronische en pijnlijke gewrichtsziekte die bijvoorbeeld bij honden en katten kan voorkomen. Naarmate de ziekte vordert, wordt steeds meer kraakbeenweefsel afgebroken en vervangen door benig weefsel. De gewrichten raken steeds meer versleten en stijf
- Ascorbylfosfaat
- Vitamine C-verbinding die aanzienlijk stabieler (d.w.z. beter beschermd) is dan pure vitamine C. Dit is vooral belangrijk als een diervoeder moet worden verhit, omdat hitte of zuur enz. kunnen leiden tot vitamineafbraak.