6 tips voor het houden van Cavia's

Cavia’s: klein van stuk, groot in hun wensen

Ze piepen vrolijk, zien er ontzettend schattig uit en zijn dol op knuffels: cavia’s zijn niet voor niets één van de populairste kleine huisdieren. Maar vergis je niet: deze pluizenbollen hebben best een lijstje met wensen. Vooral als het gaat om hun ruimte, gezelschap en verzorging. Wil je jouw cavia(’s) een fijn en veilig thuis geven? Dan zijn dit onmisbare tips voor een vliegende start!

Ein braunes sowie ein hellbraunes Meerschweinchen auf dem Schoss eines Mannes

Tip 1: Samen is alles leuker

Ook al worden cavia’s soms alleen gehouden, dat past eigenlijk helemaal niet bij hun soort. In het wild leven ze in groepjes van wel tien stuks, samen in holletjes op rotsachtige graslanden. Ze hebben elkaar echt nodig om zich goed te voelen. Piepen, fluiten, samen rondrennen, het hoort er allemaal bij!
Kijk dus of je genoeg ruimte hebt voor minstens twee cavia’s. Een fijne groep bestaat bijvoorbeeld uit één gecastreerd mannetje met twee vrouwtjes. Een vrouwtjesduo kan ook prima. Ga je toch voor twee mannetjes? Laat ze dan vóór ze geslachtsrijp zijn castreren, anders krijg je gevechten om het territorium.

Tip 2: Geef ze lekker veel ruimte

Experts raden aan voor twee tot vier cavia’s een vloeroppervlak aan van minstens twee vierkante meter aan te houden en dan het liefst met een lange zijde van twee meter als renbaan. Zo kunnen ze lekker hun energie kwijt.
Kies voor een verblijf zonder tralies, maar met dichte wanden van plexiglas of hout. Dat is fijner voor je cavia’s én zorgt voor minder stof in huis. Als de wanden hoog genoeg zijn, mag het verblijf gerust open zijn aan de bovenkant. Zet het verblijf op een plek zonder direct zonlicht of verwarming, bij een kamertemperatuur van 15 tot 22 °C. Gebruik strooisel dat weinig stof bevat.

Tip 3: Verstoppen, klauteren en ontdekken

Cavia’s zijn alert, schrikachtig en vluchten snel. Daarom zijn verstopplekjes een must. Denk aan huisjes, buizen, takken of boomwortels. Met een helling of een platte bovenkant kunnen ze ook fijn uitkijken over hun verblijf.
Zorg voor voldoende afwisseling, zodat ze zich niet gaan vervelen. Wissel regelmatig de inrichting af of voeg wat nieuws toe. Online zijn veel ideeën te vinden. Probeer gewoon uit wat jouw cavia’s leuk vinden. 

Tip 4: Op avontuur in huis

Heb je geen buitenverblijf? Dan maak je jouw cavia’s ontzettend blij met een ontdekkingstocht door het huis! Let wel op: kabels, schoonmaakmiddelen en kamerplanten kunnen gevaarlijk zijn.
Laat je cavia’s nooit zonder toezicht los, want ze zijn dol op knagen. Ze zetten hun tandjes maar al te graag in het tapijt, meubels of andere knaagbare dingen. Heb je een tuin of balkon? Dan is buitenhouden in de zomer ook een optie. 

Tip 5: Smakelijk en gezond eten

Cavia’s zijn niet veeleisend, maar hun voeding moet wel kloppen. Hooirekken mogen nooit ontbreken, want hooi is de basis van hun voeding. Bij ons vind je speciale Vita Verde® hooimengsels, perfect afgestemd op hun behoeften.
Daarnaast geef je dagelijks een portie groente of fruit en natuurlijk een hoofdvoedermix. Vergeet het water niet: zorg voor voldoende vers drinkwater in een flesje of stevige, verhoogde waterbak.

Tip 6: Rust graag!

In een huis vol kinderen of drukte kunnen cavia’s stress ervaren. Zet hun verblijf daarom op een rustige plek. Ze zijn gevoelig voor harde geluiden en snelle bewegingen.
Worden ze ineens stil als je ze oppakt? Dan zijn ze niet ontspannen, maar eerder verstijfd van schrik. Zet ze liever rustig naast je op de bank, zo kunnen ze zelfs een hele avond met je meegenieten. Gaan ze piepen of tandenknarsen? Dan geven ze zelf aan dat het te druk wordt.

Conclusie: cavia’s zijn geen knuffelbeestjes, wel groepsmaatjes

Cavia’s zijn sociaal, beweeglijk en gevoelig. Ze willen rennen, spelen en met soortgenoten leven. Kun je dat bieden? Dan krijg je er ontzettend veel gezelligheid voor terug. Twijfel je? Check dan onze tips, misschien past er een ander knaagdier beter bij je!